Lasril verwijderen

 

Steeds vaker wordt er gevraagd om de lasrillen die ontstaan bij het spiegellassen van HDPE buizen te verwijderen. Vaktechnisch gezien is dit niet zonder een risico, in nogal wat gevallen wordt de lasverbinding verzwakt.

 

Ontstaan geschiedenis van deze techniek;

Het lassen van HDPE buizen door middel van Spiegellassen is een techniek die reeds begin jaren 60 al werd toegepast. ( zie pagina; Oude documentatie uit ons archief) Bij het spiegellassen ontstaat een lasril, een doorgaans kleine opstuiking van het verwarmde en gelaste buismateriaal. Deze lasril zit zowel aan de binnen alsook aan de buitenkant van de buis.

Toen rond het jaar 2000 de glasvezel kabelnetwerken werden uitgerold door Nederland kwam uit deze markt het dringende verzoek om de lasrillen te verwijderen. HDPE buizen met diameters van ca. 160 tot 500 mm werden gebruikt op plaatsen waarbij bundels met glasvezel doorvoerbuizen niet los in de grond konden liggen. Dit waren met name bij “zinkers” onder rivieren en kanalen door en als mantelbuis bij lange bruggen en tunnels.

Door de grote mantelbuis werden de veel kleinere rode,groene, gele, etc glasvezel doorvoer buizen geschoven. Het spreekt voor zich dat zij een groot belang hadden als de rillen uit de buis verwijderd konden worden. Voor deze specifieke markt zijn de lasril verwijderaars ontwikkeld.

 

Wat zijn de voordelen van het verwijderen van de lasrillen in medium buizen?

Als wij deze vraag stellen aan onze diverse opdrachtgevers die drukleidingen aangelegd willen hebben krijgen wij geen eenduidig antwoord, wel komen onderstaande argumenten vaak terug;

1. De stromingsweerstand neemt belangrijk af.

De lasril veroorzaakt een vernauwing van de doorlaat, daardoor neemt de stromingsweerstand toe. Dit is een discutabel punt, bij plaatselijke vernauwingen zal de stroom snelheid toenemen en de druk enigszins afnemen ter plaatse van de vernauwing, na de vernauwing keert de stroomsnelheid en druk terug naar de waarde van voor de vernauwing. Dit is het venturi principe.

Een bekend voorbeeld is een watermeter of een flowmeter, deze is per definitie kleiner dan de leiding zelf. Ondanks de kleinere doorlaat wordt de weerstand in de leiding en daarmee de uiteindelijke capaciteit maar fractioneel kleiner.

Lasrillen in een grote leiding leiden niet tot een duidelijk meetbare vermeerdering van de totale stromingsweerstand. Bij leiding diameters kleiner dan Dn150 is er wel een meetbaar verschil.

2. De lasrillen zijn een obstakel en daardoor kan er sediment ophopen achter de lassen;

Op zich lijkt dit een valide argumentatie, er ontstaat een stroming luwte achter de lasril, hier kan zich een sediment blijven liggen zoals neergeslagen ijzer of mangaan deeltjes bij water leidingen of zand bij persriolen. De vraag die gesteld kan worden is gebeurt dit dan niet meer als de lasrillen wel zijn verwijderd? In de praktijk zitten er op diverse plaatsen een zinker of duiker in de leiding, op deze plaatsen zal zich ook enig sediment ophopen.

In de praktijk kunnen lang niet alle lasrillen worden verwijderd, bij elke bocht of T-stuk kunnen de rillen niet verwijderd worden. Een lasril vrij systeem bestaat niet in de infratechnische wereld, bij het gebruik van elektrolas moffen ontstaan weliswaar geen inwendige lasrillen, maar het tegenovergestelde, een loze ruimte tussen de twee buizen die in de mof zijn geschoven. Het is in praktische zin onmogelijk om bij elke verbinding ervoor te zorgen dat de buizen volledig tegen elkaar aan liggen. In de praktijk zit hier altijd een kier tussen die afhankelijk van de diameter kan variëren van enkele millimeters tot enkele centimeters.

Ook bij de meeste afsluiters en mechanische (trekvaste) koppelingen is er een loze ruimte waar sediment zich kan ophopen.

Wat zijn de nadelen van het verwijderen van de lasrillen?

Een ander gebruikt argument is; baat het niet dan schaad het niet. Deze stelling is op de volgende aanname gebaseerd;

Na het verwijderen van de lasril blijft er een vlakke naadloze lasnaad over.

In de praktijk is dit slechts zelden het geval, de oorzaak daarvan is;

1. Regelmatig is er een diameter verschil tussen de onderlinge buizen en hulpstukken.

De oorzaak hiervan is dat bij de buizen de uiteinden enigszins naar binnen trekken, de diameter aan het einde van de buis kan bij wat grotere buizen 1 tot 2 centimeter kleiner zijn. Een buis die net op maat is afgezaagd heeft wel de normale diameter, ook de fittingen die door middel van een spuitgietproces zijn vervaardigd zijn maatvast. Stikt genomen moet er van een buis die aan een hulpstuk wordt gelast een stuk worden afgezaagd van 10 tot 25 cm, pas dan hebben beide te lassen delen een gelijke diameter. In de praktijk gebeurd dit nooit, zelfs als de lasril wordt verwijderd blijft er een onregelmatige overgang achter.

2. De lasril wordt verwijderd als deze nog warm is.

In de praktijk worden alle lasrillen verwijderd vlak nadat de las is gemaakt, als er gewacht wordt tot de las volledig afgekoeld zou zijn dan is het ondoenlijk om de lasril nog te verwijderen. Dat impliceert echter wel dat door de beitel van de rilverwijderaar het materiaal wordt weggesneden dat op die plaats nog ca. 200 gr.C. is. Zodra de las volledig is afgekoeld is er op deze plaats vaak een scherpe inkeping ontstaan.

Bij het lassen wordt het materiaal in de rubberfase gebracht, de molecuulstructuur wordt dan Amorf. In deze toestand hebben de moleculen relatief veel ruimte, bij afkoeling naar de glasfase (de amorf structuur veranderd weer in een semi kristallijn structuur) vind er een sterke volumeafname plaats.

Deze volume afname is niet recht evenredig met de daling van de temperatuur, het materiaal streeft naar een thermodynamisch evenwicht, pas bij de volledige afkoeling van de las verdicht zich de molecuulstructuur zich volledig.

 

Wat is het nadeel van scherpe overgangen bij een polyetheen buis?

Alle gerenommeerde installateurs en aannemers lassen conform de DVS 2207 of volgens de NEN 7200. In deze normering zijn een tal van basis voorwaarden die de grondslag vormen voor het maken van een juiste lasverbinding.

Aan welke basis voorwaarden wordt niet meer voldaan als de lasrillen worden verwijderd?

Lasril, lasrillen, HDPE PP

Visuele beoordeling van de lasril

 

Punt 2 en 3 ; Kunststoffen zijn gevoelig voor kerfwerking, een kerf van meer dan 0,5 mm betekend een ernstige verzwakking van de leiding, zeker als deze in de gehele lasnaad voorkomt. Doordat de lasril wordt verwijderd terwijl de las nog moet afkoelen is de kans zeer aanwezig dat er aan de binnenkant een ongeoorloofde diepe kerf ontstaat. Zeker bij grotere diameters buizen en wanddikte’s is dit euvel niet te voorkomen als de ril verwijderd wordt.

Door het verwijderen van de lasril ontstaat er een situatie die vergelijkbaar is met de tweede afbeelding, aan de binnenzijde ontstaat een ongeoorloofde diepe kerf.

Wij adviseren derhalve om de lasrillen niet te verwijderen, de risico’s op een significante verzwakking van de leiding wegen niet op tegen de veronderstelde voordelen. 

auteur; Ronald Lever

 

Uiteinde van een HDPE buis, Wandverzet HDPE buis

Het uiteinde van een HDPE buis is vaak kleiner dan die van een bocht of T-stuk.

 

webdesign: A!tention